Luister live naar Jan Zwart
Meer dan 8.1k keer beluisterd deze maand
Jan Zwart (Zaandam, 20 augustus 1877 - aldaar, 13 juli 1937) was een Nederlands organist, koordirigent en componist en een leerling van H. van Eyk, Gerard Bartus van Krieken en Hendrik de Vries. In 1882 verhuisde hij met zijn ouders naar Rotterdam. Al vroeg bleek zijn aanleg voor orgelmuziek. Hij kreeg les van H. van Eijk, G. B. van Krieken en Hendrik de Vries. Als organist begon hij in 1893 in de Gereformeerde kerk aan de Westzeedijk. In 1895 kreeg hij een benoeming van de Nederlands Hervormde Kerk te Capelle aan den IJssel. In 1898 werd hij in dezelfde functie benoemd bij de Hersteld Evangelisch-Lutherse Kerk te Amsterdam. Bij zijn benoeming daar liet hij grote andere organisten als Cornelis de Wolf, latere winnaar van de Prix de Excellence, en H. F. Bos, latere organist van de Domkerk in Utrecht, achter zich. Een ouder jurylid, de bijna 80-jarige G. A. Heinze, riep tijdens zijn spel zijn medejuryleden toe: 'ein Naturmusiker'. Unaniem werd hij door de jury gekozen. Hier begon hij in de mobilisatietijd van 1914 zijn wekelijkse orgelbespelingen. Daarbij ging het om het orgelspel zelf en niet meer om begeleiding van bijvoorbeeld een kerkdienst of een solist.
Na 1919 speelde hij ook in plaatsen als Alkmaar, Deventer en Zutphen om het orgel meer bekendheid te geven.
Jan Zwart was de eerste Nederlandse organist die voor de radio speelde. Door zijn periodieke radio-uitzendingen heeft hij een groot publiek weten te boeien en interesse voor het kerkorgel weten te wekken. Hij was ook een kundig pedagoog en orgelhistoricus. Een van zijn bekendste leerlingen was Feike Asma. Van Jan Zwarts hand verschenen vele artikelen over de Oud-Nederlandse orgelhistorie. Zo wist hij hernieuwd de interesse te wekken voor bijvoorbeeld de orgelmuziek van Jan Pieterszoon Sweelinck. Jan Zwart componeerde zelf ook orgelmuziek, die geliefd was onder de orthodox protestantse groeperingen. In 1917 begon hij aan de uitgave van "Nederlandse Orgelmuziek". Ook was hij de initiator van Nederlandse Orgeldagen waarin de geschiedenis van de instrumenten, de orgelmuziek en de bespelers centraal stonden.
Na zijn dood is er rond de persoon en zijn muziek een ware cultus ontstaan (een hype die sommigen ietwat overdreven vergelijken met de sektarische Wagnerverering aan het einde van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw).